Van 18 tot 20 oktober 2023 werd in Toledo het ‘International Scientific Congres on Lifestyle, Diet, Wine & Health’ georganiseerd[1]. Wetenschappers presenteerden daar hun onderzoeken en conclusies. Een samenvatting hiervan werd geschreven door Felicity Carter in het blad Meininger’s International[2]. Hieronder vindt u een enigszins aangepaste vertaling.
Wijn en gezondheid: Het adagio ‘geen veilig niveau’ wordt uitgedaagd
De aanleiding voor de congres over leefstijl, wijn en gezondheid, georganiseerd door de Wine Information Council en FINVIN, is de groeiende bezorgdheid over de volksgezondheidsboodschappen rond alcohol, die zijn verschoven van “drink met mate” naar “er is geen veilig niveau van alcoholconsumptie”. En deze boodschap heeft al impact. Een recente Gallup-studie onthulde dat 28% van de Amerikanen nu denkt dat matige alcoholconsumptie ongezond is[3].
Voor de wijnsector staan er slechtere tijden voor de deur, aangezien de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) meer alcoholaccijnzen, meer reclamebeperkingen en zelfs strengere beperkingen op de beschikbaarheid van alcohol wil zien — aanbevelingen die het beleid van de EU beïnvloeden. “We moeten een evenwichtiger beeld van het bewijs over lichte tot matige alcoholconsumptie verspreiden,” zei Prof. Worm Nicolai, voorzitter van de Wine Information Council, “want momenteel lijkt er een sterke politieke druk te zijn om het idee te bevorderen dat nul alcohol de weg te gaan is”.
Maar zoals duidelijk werd op het Congres, strookt dit niet met het wetenschappelijk bewijs. Hoe zit het met de strijd van de WHO tegen alcohol?
In januari 2023 verklaarde de WHO dat er “geen veilig niveau van alcohol” is en dat alcohol ten minste zeven verschillende soorten kanker veroorzaakt. De WHO richtte zich ook rechtstreeks tegen de bewering dat matig drinken gezondheidsvoordelen heeft: “Bovendien zijn er geen studies die aantonen dat de potentiële gunstige effecten van licht en matig drinken op hart- en vaatziekten en type 2 diabetes opwegen tegen het kankerrisico dat met deze niveaus van alcoholgebruik voor individuele consumenten gepaard gaat.”
Of anders gezegd: hoewel matig drinken enige cardiovasculaire beschermende effecten kan hebben, kunnen drinkers hiervoor betalen met een verhoogd kankerrisico. Is de bewering van de WHO waar?
Prof. Nicolai Worm, voorzitter van de Wine Information Council, zegt dat de aanbevelingen van de WHO zijn gebaseerd op werk van de Global Burden of Disease-collaborateurs, gepubliceerd in 2018[4]. “Ze kwamen tot de conclusie dat alleen nul alcohol veilig is,” zei hij. En toch, zei hij, gebruikten ze in 2020 precies dezelfde gegevens om “tot een andere conclusie te komen”, namelijk dat de J-curve echt bestaat[5]; de J-curve is een grafische voorstelling van de effecten van alcohol op de gezondheid, die laat zien dat lichte tot matige alcoholconsumptie een gezondheid beschermend effect heeft.
Maar de aanbevelingen van de WHO veranderden niet.
Wat is matige alcoholconsumptie?
Prof Ken Mukamal van de Harvard Medical School definieert een drankje als “tussen 11 en 15 gram alcohol.” En “alcoholconsumptie mag niet meer dan twee drankjes per dag bedragen”.
“Ik ga niet veel tijd besteden aan het praten over het duidelijke scala aan effecten van zwaar alcoholgebruik,” zei hij. “Zwaar alcoholgebruik is gerelateerd aan cardiomyopathie, beroerte, hypertensie, cirrose, pancreatitis, kankers, vallen, geweld en dementie.” Hij zei ook dat hoewel “alcoholconsumptie wereldwijd is gedaald — behalve in India en China — gezondheidsautoriteiten steeds lagere hoeveelheden alcohol aanbevelen”.
Prof Mukamal zei dat een reden hiervoor is dat onderzoekers gebruik maken van veel grotere datasets en tot robuustere conclusies lijken te komen. Maar grotere studies zijn niet altijd betrouwbaarder en kunnen leiden tot grotere fouten als ze zijn gebaseerd op foutieve redeneringen. Bijvoorbeeld, studies gebaseerd op wekelijkse consumptie zijn inherent gebrekkig, omdat iemand die twee drankjes per dag drinkt een heel ander gezondheidsresultaat zal hebben dan iemand die 14 drankjes in één weekend drinkt.
“Gewoon omdat studies groter zijn, maakt dat ze niet beter,” concludeerde hij. “We moeten bovendien meerdere aspecten van alcoholconsumptie meten, dus niet alleen hoeveelheid, maar ook frequentie en binge drinken. Ook zijn het al of niet drinken bij de maaltijd en de dranksoort relevant.”
Prof Curtis Ellison, werd beroemd in 1991 toen hij te zien was in het beroemde CBS TV programma 60 Minutes met het verhaal over het Franse Paradox. Deze paradox suggereert dat de Fransen lagere niveaus van hartziekten hebben dan Amerikanen omdat ze rode wijn drinken. De volgende dag schoten de rode wijnverkopen omhoog. Binnen een jaar was de verkoop met 40% gestegen, wat de Californische wijnmakerijen hielp om aanzienlijk te groeien.
Prof Ellison was positief over wijn. Hij zei “interesse in het onderwerp begon in de jaren 80 met de Framingham Studie, die sinds 1948 de inwoners van Framingham, Massachusetts, en hun nakomelingen medisch volgt”. De studie toonde iets onverwachts: rokers die matig dronken hadden slechts de helft van de sterfte van rokers die niet dronken.
“Nu moeten alle artikelen die worden geschreven over de Framingham Studie — die wordt gefinancierd door de National Institutes of Health — goedgekeurd worden,” ging hij verder. “Toen dit manuscript naar Washington werd gestuurd om goedgekeurd te worden, kregen ze deze reactie: “U mag dit manuscript niet indienen. Verwijs alleen naar de belangrijkste risicofactoren voor roken en verwijder alle verwijzingen naar alcohol. Dit is politieke wetenschap op zijn slechtst.”
Hij zei dat veel studies in de afgelopen 50 jaar hebben aangetoond dat “matige drinkers aanzienlijk lagere sterfte hebben. Waarom het aanhoudende anti-alcoholsentiment?”
Prof Ellison beantwoordde zijn eigen vraag door te zeggen dat: “Omdat overheden te maken hebben met de gevolgen van alcoholmisbruik, resulteert praten over potentiële gezondheidsvoordelen in gemengde boodschappen. Gewoon zeggen “drink niet” is makkelijker. Maar, ging hij verder, “gezondheidsbeleid mag niet gebaseerd zijn op paternalisme, maar op bewijs”.
Het tweede probleem, zei hij, was dat te veel alcoholstudies verschillende populaties onterecht combineren. Jonge mensen die geen voordeel hebben van alcohol worden gemengd met oudere mensen die dat wel hebben, en dan worden binge drinken er ook nog eens bijgevoegd, wat leidt tot valse conclusies. “Je mengt geen gegevens van jonge mensen met die van oudere mensen, maar toch blijven sommige studies dat doen, inclusief de Global Burden of Disease studie,” zei hij.
Een ander probleem is dat wanneer meta-analyses worden gedaan (waarbij studies worden gecombineerd) “de auteurs zeer selectief zijn” en alleen studies opnemen die hun stelling ondersteunen.
Verder is er ook het probleem van extrapoleren buiten beschikbare gegevens, en van “mensen misleiden met verschillende statistische manoeuvres”, plus het probleem van hoe te corrigeren voor patiënten die hun alcoholinname niet correct rapporteren. Prof Ellison besprak een studie uit Noord-Californië waarvan de deelnemers beweerden slechts één tot twee drankjes per dag te drinken; hun medische dossiers toonden echter aan “dat ze een geschiedenis van alcoholisme en ziekenhuisopname voor intoxicatie hadden”.
En ten slotte is er het probleem dat onderzoekers, patiënten met bijvoorbeeld diabetes uitsluiten, opdat ze het onderzoek niet compliceren. Maar, zei Prof. Ellison, kleine hoeveelheden alcohol kunnen een “anti-diabetisch” effect hebben, “dus dan gooi je het kind met het badwater weg”.
“De wetenschappelijke gegevens geven duidelijk aan dat er een J-curve is,” concludeerde hij. “De gevaren van matig drinken worden overdreven.”
Een ander probleem in bevolkingsonderzoek naar alcoholconsumptie is dat mensen niet geobserveerd kunnen worden tijdens het drinken, dus onderzoekers moeten vertrouwen op wat ze invullen. Maar drinken mensen echt zo matig als ze zeggen?
De enige manier om zeker te weten wat matige alcoholconsumptie met de gezondheid doet, is een langdurig experiment uit te voeren, waarbij mensen willekeurig in verschillende (drinkende en niet-drinkende) groepen worden ingedeeld en vervolgens gevolgd. Prof. Mukamal zou zo’n proef leiden[6], uitgevoerd met het Amerikaanse National Institute of Health, en medegefinancierd door de alcoholindustrie voor een bedrag van $100 miljoen. Echter, na protest over de betrokkenheid van de industrie, werd het experiment stopgezet.
Dieren kunnen echter niet liegen over hun drinkproblemen. Prof. Mladen Boban, hoofd van de afdeling Basis- en Klinische Farmacologie aan de Medische School van de Universiteit van Split, Kroatië, en zijn team onderwierpen ratten aan chirurgisch opgewekte myocardinfarcten (hartaanvallen), zodat ze de impact van wijn, indien aanwezig, op het genezingsproces konden onderzoeken. Een groep ratten kreeg een Kroatische witte wijn, vintage 2015, terwijl andere ratten water dronken[7].
Sommige ratten zullen, net als mensen, te hard aan de fles gaan als ze de kans krijgen. Die ratten die te veel dronken — dubbel zoveel als de matige ratten — stierven. Twaalf van de 23 water-drinkende ratten stierven ook. De matig drinkende ratten vertoonden echter tekenen van een ontstekingsremmende werking en, vertelde Prof. Boban het publiek; “Er werd geen sterfte waargenomen bij de ratten die matige hoeveelheden wijn dronken”.
Professor Giovanni de Gaetano, hoofd van de afdeling Epidemiologie en Preventie, IRCCS, zegt dat de J-curve niet zo eenvoudig is als hij lijkt.
“We zien de J-curve niet altijd,” zei hij, eraan toevoegend dat de J-curve wel degelijk bestaat voor myocardinfarct, maar niet voor atriale fibrillatie (onregelmatige hartslag)[8]. “We hebben ook aangetoond dat er verschillen zijn tussen vrouwen en mannen: het gunstige effect verdwijnt sneller bij vrouwen.” Leeftijd is ook belangrijk: een 40-jarige vrouw zonder cardiovasculair risico heeft niets te winnen bij matig drinken.
Er zijn ook nationale verschillen. “De J-curve is overal, maar bij Fransen en Italianen houdt het gunstige effect langer aan dan in Duitsland of het VK of in Zweden. Maar zelfs in landen waar matiging niet zo frequent is, kunnen we een kleine maar significante J-curve waarnemen.” Dit betekent dat algemene uitspraken van internationale instanties zoals de WHO “niet voor iedereen geldig zijn”.
Prof. Gaetano zei dat de auteurs van de Global Burden of Disease studie geprezen moeten worden omdat ze hun eigen gegevens opnieuw hebben geëvalueerd en de J-curve hebben herontdekt. Ten slotte zei hij: “Mensen die met mate en regelmaat drinken, kunnen dit blijven doen met smaak, plezier en, vooral, cultuur.”
Wijn en kanker
Hoewel de discussies over wijn en hartgezondheid interessant zijn, hebben ze het centrale punt van de nieuwe zero-alcoholboodschap niet behandeld, namelijk kanker. In januari 2023 verklaarde de WHO dat alcohol een groep 1-carcinogeen is — zoals asbest of tabak — en dat alcohol consumptie zeven soorten kanker veroorzaakt.
“Het risico op het ontwikkelen van kanker neemt aanzienlijk toe naarmate er meer alcohol wordt geconsumeerd,” ging de verklaring verder. “Echter, de laatst beschikbare gegevens geven aan dat de helft van alle alcohol-gerelateerde kankers in de WHO Europese Regio wordt veroorzaakt door ‘lichte’ en ‘matige’ alcoholconsumptie.”
Oncoloog Dr. Justus Apffelstaedt is het hier niet mee eens. Hij ontwikkelde het borstkankerscreeningsbeleid voor het Nationale Ministerie van Volksgezondheid van Zuid-Afrika, en was onder andere tot 2017 hoofd van de Chirurgische Oncologie Dienst, Universiteit van Stellenbosch. Hij is gepromoveerd in de toxicologie, met speciale aandacht voor het kankerverwekkende potentieel van chemische verbindingen.
Dr. Apffelstaedt: “Ik erger me een beetje aan de huidige discussie en het gebrek aan wetenschappelijk bewijs over de effecten van alcohol op kanker,” zei hij. “Het doet me een beetje denken aan de Victoriaanse tijd.”
Ten eerste zei hij dat slechts 4% van de kankers in de wereld, of 740.000 jaarlijks, wordt veroorzaakt door alcohol. “Van deze was de overgrote meerderheid veroorzaakt door zwaar drinken. Alleen zwaar drinken is verantwoordelijk voor de alcohol-gerelateerd kankers.”
Dr. Apffelstaedt zei ook dat er een “omgekeerde relatie (een beschermend effect) was voor alcoholconsumptie en nier- en schildklierkanker en lymfomen[9]. Ik zou het echter niet aanbevelen als geneesmiddel”.
Hij presenteerde vervolgens een studie van Kaiser Permanente van borstkankeroverlevenden, waarvan de helft alcohol consumeerde[10]. De studie concludeerde dat zelfs een kleine hoeveelheid alcohol kan leiden tot een terugkeer van borstkanker. “Maar als je de gegevens beter bestudeert, was dit risico statistisch niet significant (betekenisvol),” zei hij. “En verder zag je dat de cardiovasculaire mortaliteit was verminderd bij de wijn drinkers.” Verder merkte Dr. Apffelstaedt op dat veel chemotherapiedrugs extreem schadelijk zijn voor het hart, “wat mogelijk verminderd kan worden door matig alcoholgebruik”.
Zijn uiteindelijke conclusie was dat matig alcoholgebruik de sterfte aan kanker niet veel beïnvloedt en dat “ik mijn patiënten het genot van een glas wijn niet wil ontnemen.”
Wat gebeurde er verder?
Een groot deel van het Congres was gewijd aan het bespreken van de rol die wijn speelt in het mediterrane dieet. Het mediterrane dieet, de eetgewoonten van mensen in Zuid-Europa, wordt al lang beschouwd als het beste dieet voor hartgezondheid. Er waren veel presentaties over de manier waarop de polyfenolen in voedingsmiddelen zoals rode wijn en olijfolie ontstekingen kunnen remmen de insulinegevoeligheid kunnen verbeteren.
Prof Ramón Estruch, hoogleraar geneeskunde aan de School of Medicine van de Universiteit van Barcelona, zei dat het belangrijk is om de context te begrijpen van hoe wijn wordt gedronken, omdat alcohol met voedsel een ander effect heeft dan alcohol die op zichzelf wordt geconsumeerd. “Je kunt zien dat als je wijn drinkt en het mediterrane dieet volgt, het kankercijfer daalt[11]”.
Het leek erop dat veel wijnproducenten tijdens de pauzes troost vonden in de presentaties, hopend dat dit Congres het begin zou zijn van een bredere oppositie tegen het WHO standpunt.
Helaas was ook duidelijk dat de wijnindustrie moeite zal hebben om zichzelf te verdedigen, omdat het bewijs geen eenvoudige boodschap is, die nodig is voor een effectieve lobby. Regelmatige matige alcoholconsumptie is duidelijk gunstig voor sommige mensen, afhankelijk van hun leeftijd, hun geslacht en zelfs hun etniciteit, maar voor anderen, met name jonge vrouwen met een risico op borstkanker, kan diezelfde consumptie een risico vormen. Het zal voor de wijnindustrie uiterst moeilijk zijn om deze complexe boodschap effectief te communiceren, laat staan het grote publiek ervan te overtuigen dat grote gezondheidsstudies, gepubliceerd in zeer geloofwaardige tijdschriften zoals The Lancet, gebrekkig zijn.
“We hebben een cultuur gebouwd op het mediterrane dieet, en we willen onze manier van leven verdedigen,” zei D. Fernando Miranda, de algemene secretaris van Landbouw en Voedsel van Spanje, bij de opening van het Congres. “Wijn heeft een grote economische betekenis voor ons land.”
Of, om het anders te zeggen: een industrie van 333 miljard dollar loopt nu risico. Die wijnproducenten maken zich met recht zorgen.
[1] https://www.lifestylewine2023.com/
[2] https://www.meiningers-international.com/wine/insights/wine-and-health-challenging-no-safe-level-claims
[3] https://news.gallup.com/poll/184382/one-five-americans-say-moderate-drinking-healthy.aspx
[4] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/30146330/
[5] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35843246/
[6] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/27688006/
[7] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/28731891/
[8] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33438022/
[9] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35602135/
[10] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37555890/
[11] https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36918266/